Reizen met ‘kleinere’ kinderen

Chill or too much thrill?

Mama krijgt vaak te horen: waarom maken jullie verre reizen?  Viggo zal het zich toch niet meer herinneren.  Dat klopt.  Deels althans.  Want ik kijk, ik observeer en ik luister…   Wat soms aan me voorbij lijkt te gaan, daar steek ik toch heel wat van op.

Waarom zijn wij fan van verre reizen? 

1. Kinderkorting

Volgens mijn mama is reizen onder de 12 jaar echt nog voordelig.  Om te beginnen betaal je minder voor de vluchten. Zeker wat lange afstandsvluchten betreft. Daarbij komt dat hotels vaak kinderkortingen geven, soms zelfs tot aan de leeftijd van 18 jaar. Er zijn heel wat bestemmingen waar je comfortabel met wel vier personen in één kamer kan overnachten.  De kamerprijs is de prijs die je betaalt per kamer en niet per persoon. Een appartement in een stad of een huisje in de natuur is ook een goed idee, meestal kan je kiezen voor meerdere kamers… Je kan ook rekening houden met reisdata: de eerste en de laatste twee weken van de grote vakantie, bijvoorbeeld. Waarom maak je eens geen verre reis in de paasvakantie?  Minder druk en voordeliger.

2. Lange vluchten zijn wel comfortabel.

Mijn eerste vlucht was er eentje van vier uur.  Dat was voor mij een belevenis!  Al die vreemde mensen die naar me keken en al die geluiden in het vliegtuig. Zo veel prikkels en zo weinig ruimte! En slapen, no way! Zo duurt vier uur wel heel lang. Ook voor mijn ouders, wiens aandacht door mijn rusteloosheid haast onafgebroken wordt opgeëist.

Bij een lange vlucht daarentegen heb je veel meer ruimte. Dat tv-scherm is echt geweldig! Je kan er films op zien en muziek op beluisteren! Wow, The Lego Movie 2 is zelfs te zien! Oh zalig, al die aandacht en attenties van de stewardessen. Ze komen je verwennen met veel lekkers. Het eten kan al eens tegenvallen, maar dan krijg je meer dessert. Tijdens de vlucht kijk ik graag op het schermpje om de vluchtroute mee te volgen. Zo weet ik perfect waar we ons ergens ter wereld bevinden.  Als er dan geen wolken zijn, geniet ik van de adembenemende zichten over ijsvlaktes, oceanen, bergketens! “Mama, kijk!!!” En als we ’s nachts vliegen dan is het donker. Als je dan door het venstertje kijkt is alles zwart. Ook in het vliegtuig is het donker. Er schijnt slechts hier en daar een flauw lampje. Het is muisstil aan boord. Alleen het zachte gezoem van de motoren is te horen. Langzaam zink je steeds verder weg in een diepe slaap…  

3. Voorbereiding

Wij hebben thuis een grote wereldkaart aan de muur hangen. Die kaart oefent een grote aantrekkingskracht op mij uit. Elke dag kijk ik ernaar. In mijn hoofd vlieg ik dan naar eender waar… “Is het daar nu donker, mama?  Welke taal spreken ze daar?”  Als de bestemming van onze reis vastligt, weet ik meteen hoe er naar toe te vliegen… Over de oceaan? De bergen?  Spannend! 

4. Eigen koffer

Ik had al van in het begin mijn eigen koffer! Een Trunki. Mijn racemachine op wieltjes.  Ik mag kiezen wat ik op reis meeneem.   De Trunki mag ik bij me houden op het vliegtuig!   Als we eindelijk aankomen schiet ik uit de startblokken. Ik zoef van hot naar her op mijn trouwe vierwieler.  Ik moet anders toch maar wachten, wachten en nog eens wachten! Als ik uiteindelijk een stempel krijg in mijn paspoort kan ik samen met mama en papa de wereld buiten de luchthaven gaan verkennen!

5. Jetlag. Welke jetlag?

Mama is altijd verwonderd dat ik er weinig of geen last van heb. En hopelijk blijft dat zo!    Als we op reis zijn in Amerika, dan word ik soms wel even wakker ’s nachts. Dan vraag ik aan mama of het nog nacht is, waarop ik terugkeer naar dromenland…

6. Vermoeiend?

Jazeker, maar alles is zo spannend!  Mama en papa hebben heel veel reisfoto’s. Op vele  daarvan sta ik hangend in een autokinderstoel afgebeeld. Ogen toe en mond open. Volledig uitgeput! Maar ik ga dan ook tot het uiterste!   Wat mijn ouders al geleerd hebben is dat ik overdag best niet te veel slaap tijdens een lange rit. Anders kan het die avond wel eens een laat feestje worden…  😉  Niet dat ik dat een probleem vind, maar mama en papa denken daar vaak anders over…

7. Rondreis op kindermaat.

Ik zit graag in de auto, want mama en papa houden rekening met me.  Muziek?  Check!  Wuiven naar andere bestuurders? Dat mag! Snoepjes? Een beetje mag! Er staan ook altijd een aantal kindvriendelijke activiteiten op het programma. Daar ben ik graag van op de hoogte. Dan zie ik vol spanning uit naar wat komen gaat! 

8. Aandacht.

Overal waar ik kom zijn alle ogen op mij gericht.  Mensen zien me en willen in mijn wangen knijpen. Da’s niet leuk! Dat ze eens van mij blijven, zeg! Ik knijp toch ook niet in hun wangen? En dan willen ze me ook altijd knuffelen of vastpakken.  En mijn ouders staan daar dan zo schaapachtig te wezen. Die willen dan ook voortdurend foto’s van me nemen.  “Komaan, lacheeeen!”,zegt mama dan… Ja zeg, mijn mond doet al pijn van al dat lachen!  Maar stiekem geniet ik wel van al die aandacht, hoor.  Ik hoor het woordje ‘cute’ vaak vallen… No idea wat het wil zeggen, maar het zal wel iets grappigs zijn zeker?

9. Spannende overnachtingen.

Ik ben gek op hotelliften. Toen we eens een kamer kregen op het gelijkvloers heb ik heel het hotel bij elkaar geschreeuwd. Ik wil met de lift naar onze kamer! Het gevoel van opstijgen en neerdalen in een glazen of ijzeren kooi vind ik gewoon fantastisch! Als we de lift binnenkomen zegt mama een cijfer. Dan druk ik op het paneel voor me het corresponderende knopje in. Kort daarop gaan de deuren dicht en -zoef- daar gaan we naar boven! Dan klinkt de bel en gaan de deuren traag terug open. We stappen uit en komen een andere wereld binnen! Een wereld van gangen en deuren. Elke hotelkamer is weer een ontdekking.  Ik word teruggevonden in kasten, achter gordijnen, in douchecabines en één keer toen ik nog heel klein was zelfs in een koelkast! We slapen ook wel eens in een huisje in het bos. In een boomhut of in een tent,…  Dan is er geen lift. Daar leg ik me bij neer. Maar een kamer op het gelijkvloers? Dat nooit! 
 

10. Lokaal eten.

Mama neemt altijd wel een survivalkit mee voor de eerste dagen.  Lievelingskoekjes, droge voeding of zoiets…  Het eerste wat we doen is naar de supermarkt gaan.  Daar mag ik zelf kiezen… In Amerika bv zijn de winkels supergroot! Dan moet ik daar staan kiezen tussen 50 verschillende soorten yoghurt. Niet gemakkelijk! Picknicken doen we ook vaak.  In Azië hebben ze zoveel vers fruit.  Zo lekker sappig!  Die sapjes van watermeloen zijn gewoon heerlijk!  Ik eet ook graag kip, rijst en loempia’s…  Iets nieuws proeven doe ik soms ook, maar dan moet het er wel mooi uitzien en lekker ruiken… Ik wil toch niet ziek worden op reis?