We vliegen rechtstreeks vanuit Amsterdam naar Colombo.  Ik ben ondertussen drieënhalf jaar. Alle reizigers zijn zeer lovend over dit kleine eiland dat zich ten zuiden van India bevindt, zegt mama.   Ik ben zeer benieuwd!  Op het vliegtuig valt mij opnieuw pure verwennerij te beurt.  Tevreden nestel ik me met mijn dekentje in het zitje wanneer een mevrouw met een stralende glimlach me een pakketje aanreikt. Nieuwsgierig doe ik het open. Het zijn wat kleurplaten en spelletjes om me bezig te houden tijdens de vlucht. Leuk zeg. Maar waar zijn de snoepjes? Ik beschik ook deze keer weer over mijn eigen TV-scherm om naar filmpjes te kijken. Oh wow, deze keer zijn de filmpjes in het Nederlands. Nu kan ik tenminste het verhaal volgen. Altijd handig. We gaan tien uur ononderbroken vliegen, hoor ik. Ja, dat is wel veel hé, of zo. Een persoonlijk record. Soit, hoe speel je ook al weer zo een filmpje af?  

Privéchauffeur tijdens rondreis

Bij aankomst staat er een auto klaar mét chauffeur!  Mama zal dus niet zelf rijden. Ik vraag me af waarom. “Dat zal je wel zien”, zegt mama geheimzinnig. Wat staat ons nu weer te wachten? Onze chauffeur en gids heet Amaranga, maar ik mag Amara zeggen. Dat is gemakkelijker om uit te spreken, scheelt me toch al gauw een volle lettergreep. Hij komt voor me staan en legt een bloemenkrans rond mijn nek. Wat ruikt die lekker! De geur verdrijft de uitlaatgassen en andere storende geuren rondom ons. Ik begrijp meteen dat dit niet zomaar wat bloemen zijn. Het zijn de magische bloemen van Amara. Hij zal deze reis mijn beschermer en vriend worden. Ik draai mijn hoofd en ruik aan de bloemen. “Mama, waar is het hotel”, zeg ik dromerig. Ik geloof dat ik wel een dutje kan gebruiken.

Negombo

Na een heerlijke nachtrust kijk ik uit het venster en zie ik een breed zandstrand en wuivende palmbomen.  Prachtig! De lift brengt ons naar het dak van het hotel.  Hier gaan we ontbijten.  Het is al lekker warm zo vroeg op de dag.  Twee kleine dames staren me aan. Ze zijn uitgedost in kleurrijke gewaden en boven hun neus hebben ze een rood bolletje. Hun “derde oog”, volgens mama. De enige wezens met drie ogen die ik ken zijn de monsterlijke gedrochten uit mijn prentenboekjes. Mama vertelt dat dit “derde oog” vroeger een symbool was voor getrouwde vrouwen en dat het bescherming biedt. “Ook tegen monsters, mama?”

Na het ontbijt staat Amara ons op te wachten.  Ik ben blij hem te zien. Ik wil hem graag vertellen over mijn avontuur aan de ontbijttafel, maar ik spreek geen Tamil. Communiceren doen we via onze eigen taal. Een voor buitenstaanders erg mysterieus amalgaam van gebaren en expressies.  Amara brengt ons naar een olifantenweeshuis.  Ik mag de dieren eten en drinken geven als ik dat wil. Uh, nee dank u. Gewoon even kijken volstaat wel. Die slurf slaat alle kanten uit, daar wil ik toch geen tik van krijgen zeker!

We hebben een lange rit voor de boeg. Mijn protegee Amara weet gelukkig de beste plaatsjes waar we onze honger en dorst kunnen stillen. Vet chill!  Door het venster van de wagen zie ik brommertjes met een rotvaart in alle richtingen wegstuiven. Zaten daar nu net vier mensen op dat brommertje? Olifanten bewegen zich gezapig naar hun bestemming. Amara houdt het hoofd koel en laveert ons voertuig tussen al deze hindernissen door. Het begint me te dagen waarom mama deze keer niet zelf rijdt. “Kijk mama, een kip op een brommer!”

Sigiriya Rock

De volgende dag brengt Amara ons naar een hoge rots met de naam Sigiriya Rock.   Ik zie de moed in mama’s schoenen zakken.  “No buggy’s allowed.” Wat? Jullie willen toch niet dat ik die rots zelf ga beklimmen?  Amara stelt voor om op mij te passen terwijl mama en papa naar de top gaan. Nog voor ze zijn aanbod kunnen weigeren grijp ik zijn hand vast en wens mama en papa veel plezier op hun rots. “Da-ag!” Verbouwereerd staan ze me aan te gapen. Na een paar uur zijn ze terug.  Ondertussen zit het ganse dorp rond Amara en mij verzameld.  Ik amuseer me te pletter.  Na alles wat ik zeg of doe bulderen ze het uit van het lachen. In de namiddag bezoeken we de site Polonnaruwa. Daar zie ik gigantische boeddhabeelden, stoepa’s, ruïnes, tempels, … Wauw!  Je kan dit gebied met de fiets ontdekken, maar ook gewoon met de auto.

Olifanten spotten…

We vertrekken naar het Nationale Park Minneriya.  Op een bepaald moment wisselen we van wagen.  Een grote auto met grote wielen en open vensters!  Cool! Amara vertelt ons over ‘The Gathering’.  Dat is wanneer een kudde olifanten in de late namiddag samentroept op een bepaalde lokatie.  Ik vind het geweldig.  Hobbelend rijden we over een zandweg door het park.  “Kijk, mama, daar is al een olifant.” Die is mooi op tijd. Even later zie ik er nog enkele. Al gauw kan ik het aantal olifanten niet meer tellen, zo veel zijn het er. Verwonderd kijken we naar dit bijzondere schouwspel! 

Glampen in het Knuckles National Park

We rijden in de richting van bergen.  Die zijn bijna tweeduizend meter hoog. Vannacht en de nacht erop slapen we in een tent tussen de theevelden.  Mama ziet het al helemaal zitten.   Onderweg zien we vrouwtjes met grote, zware manden sjouwen. Zover het oog reikt zien we theeplantages.  Ik mag met de tuktuk meerijden.  Dat is zo’n grappig autootje  dat kleurrijk versierd is.  Ik vind die gewoon fantastisch!  Lekker lawaai maken met de toeter!  Veel leuker dan op de kermis!  Bijna in extase bereiken we onze slaapplaats.  Het zicht vanuit de tent is waanzinnig.  Als we ons avondeten verorberen, krijgen we er een gratis lichtspel bovenop.  De onophoudelijke bliksemschichten bezorgen ons een spetterend vuurwerk! 

’s Anderendaags rits ik het venstertje van de tent open.  Opstaan in zo’n decor is fenomenaal.  We maken een ochtendwandeling en ik trap wat lol met de theevrouwtjes…  Wat zijn ze hier vriendelijk.  Ik voel me hier thuis… Kunnen we hier niet een beetje langer blijven?

Kandy – The temple of the Tooth

Het is avond als we aankomen in Kandy. Kandy? Klinkt goed! Njam! ’s Ochtends vroeg wonen we een ceremonie bij in de Temple of the Tooth.  De tand van Boeddha wordt hier bewaard en elke dag komen hier honderden pelgrims naartoe.  Het is er zo druk dat mama vreest dat ik vertrappeld zal worden.  Papa sluit zich aan bij een lange rij wachtenden die de heilige tand willen zien. Mama en ik kunnen het nodige geduld niet opbrengen en bewonderen de rest van de tempel. De versieringen in hout zijn prachtig!  Wanneer we buiten in de tuin kuieren word ik belaagd door Japanners en Chinezen met hun fototoestel in de aanslag.  Ik begrijp het niet.  Totdat een jong meisje naar mijn schattig pandabroekje wijst. Hier sta ik dan, met een pandabroek in een tempel!  Serieus mama, had je nu echt niets anders om me aan te kleden?  Ach, ik speel het spelletje gewoon mee. Eventjes draaien, kontje schudden en handjes zwaaien! Moet je dat taaltje horen en die gilletjes… gewoon hilarisch! Voor eventjes toch… Ik heb er al snel genoeg van en we maken dat we wegkomen. 

Met de trein naar Nuwara Eliya

Na mijn performance als rockster brengt Amara ons naar het treinstation.  Ik heb een zwak voor treinen.  Treintje spelen is een van mijn favoriete hobby’s.  Ik sta dus vol ongeduld te trappelen om in te stappen.  Amara zal ons terug oppikken als we op onze bestemming aankomen.  Met het tempo van een vermoeide slak sjokt de trein vooruit.  Er is veel volk in onze wagon.  Ik zie mensen aan de zijkant van de wagon hangen! Na iedere halte zijn er gelukkig steeds minder inzittenden. Van zodra we door de bergen tuffen ben ik mama en papa kwijt.  Ze rennen als kippen zonder kop door de wagon om links en rechts foto’s te nemen. Ondertussen ben ik met een medepassagier in een non-verbale discussie verzeild geraakt, waar verder niemand iets van begrijpt…

High tea in een koloniaal hotel

We komen aan in een klein dorpje, hier stappen we af.  Met de auto rijden we verder naar Nuwara Eliya, het mekka van de theeplantages.  Mama wil op “high-tea”.  Amara leidt ons naar een groot, koloniaal hotel.  Papa vertelt dat Engeland hier vroeger de baas was.    Mama moet kiezen tussen meer dan honderd soorten thee.  Ik heb alleen oog voor de kleine toetjes die mooi op verschillende plateaus gepresenteerd worden.  Mmm njam njam…  Dat was een goed idee mama!

De volgende dag bezoeken we een grote theefabriek.  Ik mag mee helpen thee plukken.  Mijn enthousiasme is snel bekoeld als ik doorheb dat je er echt moe van wordt.  Verstoppertje spelen, iemand?

Luipaarden spotten in Yala NP

We rijden door naar Yala National Park in het zuiden van Sri Lanka. Blijkbaar vind je hier de grootste populatie van luipaarden ter wereld.  Ik vind het allemaal zeer spannend.  Ik zie terug olifanten de weg oversteken…  Mama zegt dat we precies in Afrika zijn…  We zien ook een luipaard in de verte. Dat die maar wat op afstand blijft… Dan hoor ik dat zo’n luipaard zeer snel kan lopen…Brrrrr!

Relaxen aan de Zuidkust

De laatste dagen rusten we nog wat uit aan de zuidkust.  We maken nog een boottochtje en bezoeken een asiel voor schildpadden.  De schildpadjes worden hier helaas met uitsterven bedreigd.  De eitjes van de vrouwtjes worden naar hier gebracht. Eenmaal uitgebroed worden de schildpadden als ze groot genoeg zijn terug vrijgelaten in zee. Oh, ze zijn zo schattig.  Ik kan het niet laten om er eentje vast te nemen…  Later op het strand, in mijn hangmat geniet ik nog na van deze mooie rondreis…

Sri Lanka is uiterst geschikt voor alle type reizigers. Afstanden zijn haalbaar en elke dag beleef je iets anders. Qua accommodatie is er voor elk wat wils. By the way, de Malediven is maar een uurtje vliegen van hier…

Bekijk hier de link van Connections als inspiratie: Sri Lanka | Connections

Mail of bel je Mobile Travel Agent Ellen Cras voor een gepersonaliseerd voorstel.